Om te beginnen:
Tussen de eerste en tweede verjaardag van je kleine heb je waarschijnlijk gemerkt dat hij woorden begon te zeggen. Met ongeveer 18 maanden kennen de meeste kinderen 10 tot 20 woorden. De
uitspraak klopt nog niet helemaal, maar ze weten wel wat een woord betekent. Buitenstaanders kunnen je kind vaak nog niet zo goed begrijpen, maar jij als ouder weet wat hij bedoelt.
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Waar een dreumes van 18 maanden ongeveer tien woorden
kent, begrijpt een 3-jarige er 1.250.
Gedurende de peutertijd breidt je kleine zijn taalkennis steeds verder uit. Hij ontwikkelt begrip van grammatica, gaat volledige zinnen maken en zijn uitspraak verbetert. Onbekenden kunnen je
kleine steeds beter begrijpen
Hierdoor neemt zijn interactie met anderen toe, waardoor zijn spraak nog verder verbetert.
In onderstaande tabel staan de taalvaardigheden die je kindje leert in de peutertijd samengevat.
Leeftijd: | Je peuter kan: |
2 jaar | Twee-woordzinnen maken |
Eenvoudige opdrachten en vragen begrijpen | |
Lichaamsdelen aanwijzen bij zichzelf en anderen | |
Vijf tot tien woordjes gebruiken | |
3 jaar | Ongeveer 1.000 woorden zeggen |
Zo'n 1.250 woorden begrijpen | |
Abstracte begrippen uitdrukken | |
Meervoud maken en werkwoorden vervoegen | |
Zinnen van drie woorden maken, mogelijk zelfs vier of vijf | |
4 jaar | Volledige en samengestelde zinnen gebruiken |
Uit zichzelf een verhaaltje vertellen | |
Grotendeels verstaanbaar praten | |
Logisch antwoorden op vragen |
De meeste peuters leren vanaf hun tweede verjaardag veel nieuwe taalvaardigheden. De gemiddelde taalontwikkeling van een peuter verloopt als volgt:
Vanaf 2 jaar maakt je peuter enorme sprongen in zijn taalontwikkeling. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met wel tien woorden per week. Rond deze leeftijd kunnen de meeste kinderen ook ‘zinnetjes’ maken van twee woorden, zoals ‘mama eet’. Dit kan betekenen dat jij aan het eten bent, maar ook dat je kindje eten wil. Hij kan daarnaast zinnetjes met drie woorden al goed begrijpen. Tussen de 2,5 en 3 jaar leert je kleine ook om zelf drie-woordzinnen te zeggen.
Als je kind 3 jaar wordt, gaat hij zijn zinnen steeds verder uitbreiden, tot vier- en vijf-woordzinnen. Je kleine kan op deze leeftijd al ongeveer 1.000 woorden zeggen, en hij begrijpt er 1.250. Onder die woorden zijn ook abstracte begrippen, zoals gevoelens en bijvoeglijk naamwoorden.
Daarnaast krijgt je peuter meer begrip van grammaticale regels. Hij probeert bijvoorbeeld werkwoorden te vervoegen en meervoud te maken. Dit gaat nog niet altijd goed: ‘ik heb een broodje ge-eet’ en ‘de zwembatten’ zijn veelvoorkomende fouten. Deze foutjes gaan vanzelf weer over, als de taalontwikkeling van je kleine verder verbetert. Je kan je peuter helpen door zijn zin correct te herhalen: ‘Oh, heb je een broodje gegeten?’.
Met 4 jaar is je kind eigenlijk peuter-af; hij wordt dan een kleuter. Op deze leeftijd kan je kleine al grotendeels verstaanbaar praten. Zo’n driekwart van wat hij zegt is ook te verstaan voor vreemden. Je kleine spreekt in volledige en zelfs samengestelde zinnen. Hij vertelt soms spontaan een verhaaltje en geeft logisch antwoord op vragen. Het komende jaar leert hij steeds meer spreken als een volwassene.
Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Sommige kinderen kunnen snel praten, anderen beginnen vroeg met lopen of zijn snel zindelijk. Maak je dus niet te snel zorgen als je peuter er iets langer doet om te leren praten. Soms kan het echter goed zijn om hulp te zoeken, bijvoorbeeld bij een logopedist. In de volgende gevallen is het verstandig om met het consultatiebureau of je huisarts te overleggen:
Je huisarts kan een inschatting maken of je kleine gewoon wat meer tijd nodig heeft, of dat er iets aan de hand is. Achterstanden in de taal- en spraakontwikkeling kunnen duiden op problemen met het gehoor, autisme of een verstandelijke beperking. Het is dus goed om hier alert op te zijn en hulp te vragen als je je zorgen maakt.
Jonge kinderen kunnen gemakkelijk twee talen tegelijk leren, zolang ze deze maar genoeg horen en kunnen oefenen. Is Nederlands niet je moedertaal, dan wordt aangeraden om thuis alleen je eigen taal te spreken. Je kleine leert dan deze taal goed spreken, waardoor zijn taalontwikkeling goed verloopt.
Met een goede taalontwikkeling leert je kind makkelijker andere talen aan. Door Nederlands te horen bij vriendjes, op het kinderdagverblijf en later op school, leert hij dan ook goed Nederlands spreken. Dit is beter dan thuis gebrekkig Nederlands te horen, waardoor hij de taal zelf ook verkeerd aanleert. In dit geval is het verstandig om te zorgen dat je kleine veel contact heeft met Nederlandssprekende mensen.
Spreek je wel goed Nederlands, maar wil je toch graag je kind meertalig opvoeden, dan zijn er verschillende manieren om dit aan te pakken. De meest effectieve methoden zijn:
Als ouder kan je de taalontwikkeling van je kind stimuleren. Kinderen leren hun moedertaal vrijwel automatisch omdat ze hem regelmatig horen bij hun ouders. Jij hebt dus grote invloed op de ontwikkeling van het taalbegrip van je peuter. Met deze tips help je je peuter zijn woordenschat en grammaticaal inzicht te verbeteren:
Heeft u interesse? Dan kunt u contact opnemen met GOB Bumblebee.
Op dit moment zijn er geen nieuwe bijeenkomsten bekend.
De Workshop zal doorgang vinden bij een minimale deelname van 10 deelnemers.
Indien er te weinig aanmeldingen zijn, wordt u hiervan z.s.m. op de hoogte gesteld.
De maximale groepsgrootte is 12. Zijn er teveel aanmeldingen? Dan wordt er later nogmaals een training gepland.
Mocht u vragen hebben, dan kunt u een e-mail sturen naar: info@gastouderbureau-bumblebee.nl